Mijn fotogalerie: Spreewald begin september 2025

Na ons verblijf in Teltow bij Berlijn zijn we een aantal dagen in het Spreewald, een prachtig natuurgebied tussen Berlijn en Dresden. Op de weg vanuit Berlijn naar Vetchau, waar we een Ferienwohnung hebben gehuurd, zien we twee keer over een aantal kraanvogels in een weiland. Beide keren kunnen we helaas niet stoppen. Het is de tijd dat kraanvogels beginnen terug te keren uit de broedgebieden in Scandinavië om te foerageren onderweg naar Afrika. Bij Stralsund aan de Oostzee zijn al bijna 10.000 kraanvogels geteld.

Het Spreewald staat bekend om de vele kanaaltjes; vanuit een aantal plaatsen worden kanotochten aangeboden. Ook grotere boten voor een stuk of twintig personen varen er, voortgedreven door een Venetiëachtige gondelier. Vrij Duits zijn dan weer de tafeltjes in de boten voor bier en eten. Vooral het plaatsje Lübbenau is uitgangspunt voor de kanovaarten. Als je hier over de bruggetjes fietst, waan je je wel een beetje in Giethoorn.

Wij maken hier twee mooie fietstochten van elk 75 km. De eerste gaat noordelijk dwars door het Spreewald, over kanaaltjes, door bossen en langs niet in cultuur gebrachte gronden. De vele fruitbomen in ouderwetse boomgaarden vallen op. Het is werkelijk prachtig en oorverdovend rustig hier. Wat een ruimte ook in vergelijking met Nederland. De tweede fietstocht gaat zuidelijk via Cottbus naar een aantal meertjes en terug via een deel van het Spreewald. Beide keren komen we gelukkig door Burg waar een ijssalon (jaja de "Eisvogel") is met fantastisch lekker schepijs en ook softijs dat wordt aangeprezen als ouderwets DDR-lekker.

Het gebied is tweetalig (Duits en Nedersorbisch) dankzij de vestiging van de Sorben vanaf de zesde eeuw. Op dit moment wonen er nog ongeveer 60.00 mensen van Sorbische afkomst in het Spreewald van wie sommigen nog Sorbisch spreken. Als toerist merk je de tweetaligheid vooral in de bewegwijzering en plaatsnaamborden.

Dan de vogels. Op birdingplaces.eu staan veel interessante vogelgebieden in dit gebied. Die kunnen we niet alle bezoeken, we doen het met waar we langskomen. We zien en horen vrij weinig vogels. Dat we op de fiets zijn helpt daarbij ook niet echt bij (understatement). De rode wouw zie ik twee keer als ik geen camera in de buurt heb, maar op de tweede fietstocht zweeft hij behoorlijk mooi boven een akkerland. Bingo. Verder blijft het bij een roodborsttapuit, een bonte kraai (eersteling), spreeuwen waarvan er gigantisch veel in onze tuin of bij de buren zitten, boerenzwaluwen en huismussen. We zien nog een beverrat zwemmen in een riviertje. De kruisspin verorbert een lekker hapje onder de vensterbank van ons keukenraam.

Morgen, onze laatste dag hier, zullen we proberen of we kraanvogels kunnen vinden. Mocht dat zo zijn, dan laat ik het weten 😆.