Peter en ik gaan vanmorgen al erg vroeg op pad, omdat we alleen de ochtend hebben. Ons was zon beloofd, maar de hemel is zwaar bewolkt en de temperatuur is vrij laag, terwijl er een stevige bries waait. Kortom: we hebben niet de ideale omstandigheden. Terwijl het nog niet eens helemaal goed licht is, zien we bij het Wierdense Veld toch de blauwborst in een struik, en met warempel de staart behoorlijk gespreid. De donkere foto kan ik thuis gelukkig nog wat ophalen. Na anderhalf uur blauwbekken en zonder zichtbaar fotoresultaat besluiten we naar de auto te gaan om onderweg naar de Ypeloplas wat 'bij bloed' te komen.
 |
Blauwborst |
Bij de Ypeloplas zien we in eerste instantie ook niet veel speciaals; de wintertalingen zitten er nog wel, een kokmeeuw loopt aan de rand. Dan zien we een kleine plevier scharrelen, een klein steltlopertje dat lijkt op de bontbekplevier, maar te herkennen is aan de gele oogring. We lopen onder de snelweg door naar de oeverzwaluwenwand, maar er is geen oeverzwaluw te bekennen. De gaten in de wand zitten helemaal dicht. We weten allebei niet of dat de bedoeling is. Als we teruglopen, horen we een grutto. Zou de grutto wat narcistische trekken hebben door steeds zichzelf bij de naam te noemen?
Hij landt 30 meter van ons vandaan en vliegt even later weer op. Dat herhaalt zich een paar keer. Een mooie gelegenheid even te proberen de grutto vliegend vast te leggen. De rode wouw die Peter opmerkt in de lucht vliegt helaas van ons weg voordat we kunnen toeslaan.
 |
Wintertaling |
 |
Kokmeeuw |
 |
Kleine plevier |
 |
Grutto |
 |
Grutto |
 |
Grutto |